Het onbehagen van de dekolonisatie en de kunstenÂ
Een kritische reflectie
Zoals het kolonialisme zelf meerdere gezichten kent, zijn er ook verschillende
denkrichtingen voor wat betreft dekolonisatie. Dat begrip wordt momenteel breed
omarmd, maar daarbij ligt historisch onbegrip en inflatie ervan op de loer, stelt Sruti Bala.
De theaterwereld in Nederland doet er goed aan daarvan op de hoogte te zijn.
De afgelopen jaren is het begrip ‘dekolonisatie’ in rap tempo verworden tot een
sleutelwoord binnen het Nederlandse culturele veld. De term wordt breed omarmd door
kunstenaars, wetenschappers, programmeurs en kunst- en educatieve instellingen. Het is
niet verwonderlijk dat dekolonisatie een veelvoud van betekenissen heeft aangenomen;
van aandacht voor koloniale geschiedenissen van instellingen (‘dekoloniseer het
museum’), tot kritiek op het eurocentrisme (‘dekoloniseer het curriculum’), tot een eerlijke
vertegenwoordiging van tot nu toe gemarginaliseerde gemeenschappen (‘dekoloniseer
theaterfestivals’), tot een emancipatoire taalgebruik (‘dekoloniseer de geest’), en een meer
recente focus op niet-Europese vormen van imperialisme (‘dekoloniseer post-Sovjet
gedachtegoed’). Deze rekbaarheid is tekenend voor de reikwijdte van het concept, maar
dreigt eveneens te verzanden in goede bedoelingen of morele gemakzucht, en wordt zo
ontdaan van elke concrete politieke betekenis.
Met de popularisatie van het begrip lijkt ook het idee gegroeid dat dekolonisatie een
bedreiging vormt. Dit vindt zijn uiting op sociale media en andere publieke fora, waar niet
alleen de term, maar ook degenen die ze gebruiken worden geassocieerd met
‘wokeness’. Het verdedigen van dekoloniale perspectieven wordt vaker afgekeurd als een
bedreiging voor de vrijheid van meningsuiting en een gevaar voor de artistieke autonomie.
Soms wordt zelfs gesproken van regelrechte censuur!
Mijn stuk is niet bedoeld als directe reactie op dergelijke angstbeelden, die vaker de kop
opsteken wanneer de status-quo wordt uitgedaagd. Ik kan ze echter ook niet simpelweg
negeren, juist omdat ze bepaalde valkuilen of veronderstellingen rond dekolonisatie
uitvergroten tot stereotypen en zo vervormen tot een gemakkelijk doelwit in kleingeestige
cultuuroorlogen.
1
Link naar referentie: Dubbelganger
Dubbelganger
Dubbelganger van Naomi Klein (De Geus NL, 2024) verkent de
intrigerende tegenstellingen die de hedendaagse rechtse en linkse politiek doorkruisen.
Dat gezegd hebbend wordt rondom het idee van dekolonisatie al decennialang eeninternationaal wetenschappelijk debat gevoerd. Er zijn meerdere denkrichtingen enverschillende regionale referentiepunten, net zoals het kolonialisme zelf meerderegezichten kent. De theaterwereld in Nederland doet er goed aan op de hoogte te zijn vande discussies rond dekolonisatie en hun implicaties voor de kunstwereld. Immers, eenvollediger bewustzijn van deze debatten maakt een minder normatief en meer historischen transnationaal geïnformeerd begrip van dekolonisatie mogelijk.
Wat zijn de uitdagingen van dekolonisatie? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, ga
ik in op drie benaderingen van de term, die ik vervolgens voorzie van een kritische
reflectie. Ik duid de implicaties van deze kritiek voor de artistieke en culturele praktijk en
nodig lezers uit na te denken over wat deze denkwijzen betekenen voor hun eigen praktijk
en de context waarbinnen zij werken.
Dekolonisatie: bewustwording van privileges of teruggave van land?
In 2012 publiceerden Eve Tuck en Wayne Yang, die onderzoek doen naar de invloed van
kolonisatie op het onderwijs in de Verenigde Staten, een veel geciteerd artikel met de titel
Decolonization is not a Metaphor.
2
Link naar referentie: Decolonization is not a metaphor
Decolonization is not a metaphor
Hierin pleiten Tuck en Yang voor een specifieke en
strikte opvatting van de term dekolonisatie, namelijk als de materiële eis tot repatriëring
van land en het herstel van zeggenschap over gestolen woongebied aan gekoloniseerde
inheemse volken.
Wanneer de term te ver van deze betekenis wordt opgerekt, zo stellen zij, wordt het louter
een symbolisch gebaar. Het gevaar hiervan is dat dit het koloniale denken dreigt te
versterken, in plaats van het fundamenteel te transformeren. Leren over de dansen en
liederen van inheemse volkeren kan je wereldperspectief openen voor andere culturen,
maar hiermee wordt gestolen land niet teruggegeven. Bewustwording van
geïnternaliseerde vormen van racisme vormt een belangrijk onderdeel binnen het
onderwijs, maar zal de infrastructuur die ongelijkheid in stand houdt niet veranderen.
Deze symbolische praktijken leiden in feite af van de echte, materiële eisen van
dekolonisatie. Ze starten vanuit een wit perspectief en zorgen ervoor dat kwesties als
landeigendom en bestaansmiddelen gemakkelijk aan de kant worden geschoven.
Bijna 75 jaar vóór de oproep van Tuck en Yang benadrukten Caribische intellectuelen als
C.L.R. James, Frantz Fanon, Aimé en Suzanne Césaire en Anton de Kom op vergelijkbare
wijze het belang om racisme niet simpelweg te zien als een probleem van bewustwording,
maar als een probleem dat geworteld is in sociale, politieke en economische structuren,
verbonden met koloniale macht. Césaire stelde in zijn Discourse on Colonialism dat het
nazisme slechts de logische uitbreiding van de racistische structuren van het kolonialisme
naar Europa was.
3
Link naar referentie: Discourse on Colonialism
Discourse on Colonialism
Door dekolonisatie te reduceren tot een kwestie van ‘bewustwording over privileges’, of het corrigeren van misplaatste opvattingen over rassensuperioriteit,
worden de diepere dimensies van kolonialisme, die vandaag de dag nog steeds
doorwerken in onze samenleving, genegeerd of zelfs ondermijnd.
4
Link naar referentie: De beperkingen van Wit Privilege: Shortcuts in de antiracisme strijd
De beperkingen van Wit Privilege: Shortcuts in de antiracisme strijd
Een bespreking van de manier waarop deze liberale visie op dekolonisatie en antiracisme zich uit in de Nederlandse context. Voor het oorspronkelijk (Engelstalig) werk zie ‘White privilege’ and shortcuts to anti-racism.
Dekolonisatie moet gaan over het erkennen en ontmantelen van deze structuren, die in elke samenleving en
in elk tijdperk nieuwe vormen aan kunnen nemen. Historisch gezien is dekolonisatie vaak
een gruwelijke strijd om territoriale controle die de 20ste eeuw heeft gevormd en die in
onze tijd op pijnlijke wijze weer naar voren komt.
Het debat laat zich lezen als een tweestrijd tussen een liberale versus een radicale
benadering van dekolonisatie.
5
Link naar referentie: What is Antiracism? And Why it Means Anticapitalism
What is Antiracism? And Why it Means Anticapitalism
Arun Kundnani's boek biedt een helder overzicht van de argumenten.
Tegelijkertijd roept het vragen op over hoe materiële
herstelbetalingen, herverdeling en rechtvaardigheid als doelen van dekolonisatie er
eigenlijk uit zouden kunnen zien. Het vinden van een antwoord op deze vraag is bijzonder
ingewikkeld, en al helemaal voor de kunsten, die zich per definitie veelal in het
symbolische domein afspelen.
Hoe kan het kunstenveld betrokken worden bij herstel en herverdeling? Om te beginnen
moet herstel niet simpelweg worden opgevat als een financiële compensatie, maar als
een toekomstgerichte visie op sociale, economische, politieke en ecologische
rechtvaardigheid.
6
Link naar referentie: Reconsidering Reparations
Reconsidering Reparations
Olúfémi O. TáÃwò's boek presenteert zo'n voorstel voor herstel als ecologische rechtvaardigheid.
Sociale in plaats van symbolische transformatie vereist dat
kunstinstellingen actief bouwen aan manieren om toegankelijkheid te verankeren. Dit gaat
van rolstoeltoegankelijke zalen en toiletten, tot het aanstellingsbeleid. Voorstellingen over
slavernij en het koloniale verleden moeten verder gaan dan het bieden van een morele veroordeling of verontwaardiging, maar zouden actief verbanden moeten leggen tussen
de slavenschepen van de achttiende eeuw in de Atlantische en Indische Oceaan en de
vluchtelingenboten die vandaag de dag op gevaarlijke wijze de Middellandse Zee
proberen over te steken. Kunstinstellingen zouden geen financiering moeten aannemen
van sponsoren die koloniale praktijken van bezetting in andere delen van de wereld
ondersteunen. Tegelijkertijd zou dekolonisatie gekoppeld moeten worden
aanklimaatrechtvaardigheid, wat verregaande consequenties zou hebben voor de
bestaande structuur van massale, milieuonvriendelijke theaterproducties, internationale
reizen en de cultus van ‘artistieke autonomie tegen elke prijs’.
Een tweede opvatting van dekolonisatie is gebaseerd op het idee dat dekolonisatie moet
leiden tot het herstel van een leefwereld die niet is beschadigd door het kolonialisme.
Deze dekoloniale school van denken, zoals gepopulariseerd door wetenschappers als
Walter Mignolo, Anibal Quijano, Catherine Walsh en Maria Lugones, stelt dat kolonialisme
intrinsiek verbonden is met de moderniteit en westerse kennisvormen.
7
Link naar referentie: Rolando Vázquez en Rosalba Icasa
Rolando Vázquez en Rosalba Icasa
Zie ook het werk van Rolando Vázquez en Rosalba Icasa, wetenschappers gevestigd in Nederland en verbonden aan de dekoloniale denkschool.
Hier wordt de
taak van dekolonisatie gelezen als het ‘herstellen’ van de kennisvormen die door het
kolonialisme zijn uitgewist en ze ‘loskoppelen’ van de moderniteit. In hun boek On
Decoloniality maken Mignolo en Walsh een onderscheid tussen dekolonisatie en
dekolonialiteit. Voor hen is dekolonialiteit niet wat volgt op het proces van historische
dekolonisatie, dus: niet het oprichten van onafhankelijke natie-staten. Het begrip verwijst
eerder naar inheemse wereldbeelden en kosmologieën, die worden beschouwd als
radicaal verschillend van de koloniale moderniteit.
8
Link naar referentie: On Decoloniality: Concepts, Analytics, Praxis (Duke University Press, 2018)
On Decoloniality: Concepts, Analytics, Praxis (Duke University Press, 2018)
Maar is het überhaupt wel mogelijk – laat staan wenselijk – om terug te keren naar een
prekoloniaal verleden, of een dekoloniaal heden te creëren dat zogenaamd onaangetast is
door kolonialisme en kapitalisme? Critici beweren dat dit onmogelijk is, omdat ‘het
prekoloniale’ geen zuiver en puur idee is dat in een historisch vacuüm bestaat. Het kan
dan ook niet op magische wijze terugkomen door verwijzingen naar het kolonialisme te
verwijderen en te vervangen door zogenoemd ‘inheemse’ denkbeelden.
9
Link naar referentie: Postcolonial Studies
Postcolonial Studies
Het speciale nummer van het tijdschrift Postcolonial Studies, 25(1), 2022, onder redactie van de Utrechtse wetenschappers Gianmaria Colpani, Katrine Smiet en Jamila Mascat, onderzoekt hoe er vanuit de postkoloniale studies gereageerd wordt op de dekoloniale theorie.
Het is
bovendien onwenselijk, omdat het kan leiden tot nativisme en chauvinisme (meer
daarover in het volgende punt).
We zien veel voorbeelden van deze benadering in het huidige culturele veld. Een
verontrustend recent voorbeeld is de verwijdering van Russische teksten en culturele
verwijzingen naar Rusland op Europese festivals en podia. Deze acties lijken primair
bedoeld om schuldgevoelens te sussen en de westerse superioriteit te bevestigen, in wat
wordt afgeschilderd als een ideologische strijd tussen autocratie en democratie.
Daarnaast reduceren en ontkennen ze ook de pluraliteit van Oekraïense stemmen, onder
het mom van de dekolonisatie van Oekraïne.
10
Link naar referentie: Ukrainian Voices?
Ukrainian Voices?
Volodymyr Ishchenko ontrafelt op krachtige wijze de veronderstellingen die ten grondslag liggen aan de ‘dekolonisatie’ van Oekraïne in “Ukrainian Voices?“, New Left Review, 138, nov/dec 2022.
Helpt het verwijderen van culturele
verwijzingen naar Rusland echt om de oorlog te beëindigen en een rechtvaardige vrede
tot stand te brengen? Helpt het obscene schouwspel van een vernielde Russische
militaire tank in het centrum van Amsterdam om zwaarden om te smeden tot
ploegscharen? In plaats van zulke impulsieve reacties is het voor kunstenaars en
kunstinstellingen belangrijker om zich te verdiepen in de complexe relaties tussen het
West-Europese en Russische imperialisme, om hun verschillen te ontleden en om
manieren van vertaling te ontwikkelen.
11
Link naar referentie: Discordant Trajectories of the (Post-)Soviet (Post)Colonial Aesthetics
Discordant Trajectories of the (Post-)Soviet (Post)Colonial Aesthetics
Een tweede voorbeeld is de roep om de canon of het curriculum te dekoloniseren, of de
impuls van kunstinstellingen om kunstenaars met een gemarginaliseerde achtergrond in
hun programmering op te nemen, met als doel westerse vormen van kennis en
wereldbeelden uit te breiden met niet-westerse perspectieven. Zonder meer onderschrijf
ik volledig het belang van het aanpakken van de witheid en cis-mannelijkheid van canons
en curricula in kunstonderwijsinstellingen. Dit wordt echter vaak alleen opgevat in termen
van auteurschap en biografie, in plaats van ideeën en kennispraktijken. De aanname dat
het opnemen van teksten van niet-westerse schrijvers in een publicatie de problemen met
ons eurocentrisme kan oplossen, moet dieper worden doorgevraagd. Doet het er niet toe
dat deze niet-westerse schrijvers vaak uit een dominante of bevoorrechte positie in hun
eigen gemeenschap komen, vaak goed opgeleid en wonend in het Westen? Doet het er
niet toe dat het eurocentrisme mogelijkerwijze vervangen wordt door andere
etnocentrismen? Moeten we niet óók worstelen met de problematische homofobie van
Frantz Fanon en het kaste-denken en seksisme van Mahatma Gandhi, op eenzelfde
manier als we worstelen met het racisme van Kant en Hegel? Maar moeten we ze daarom
uit de leeslijst verwijderen?
Olúfémi TáÃwò, auteur van het recent in het Nederlands vertaalde, provocerend getitelde
boek Tegen Decolonisatie staat stil bij de paradoxen van deze benadering om het
curriculum te dekoloniseren: een Afrikaanse schrijver die ervoor kiest om in een
Afrikaanse taal te schrijven, zal waarschijnlijk niet worden opgenomen in internationale
publicaties, omdat zijn intellectuele werk onbekend is bij het internationale lezerspubliek.
Maar een Afrikaanse schrijver wiens werk wél in het Engels of Frans verschijnt, kan net zo
goed worden uitgesloten omdat hij niet ‘inheems’ of Afrikaans genoeg is. En afgezien van
deze paradox: waarom hebben we het alleen over de westerse canon? Waarom lijken we
ons niet druk te maken over het feit dat Afrikaanse toneelschrijvers en schrijvers niet
worden opgenomen in het Indiase of Chinese theatercurriculum? TáÃwò stelt dat een
dergelijk concept van dekolonisatie de gekoloniseerden in feite hun agency en
verantwoordelijkheid ontzegt, omdat het Afrika reduceert tot niets anders dan een
product van de koloniale geschiedenis.
12
Link naar referentie: Tegen Dekolonisatie: Hoe we afrikaanse soevereiniteit wél serieus kunnen nemen
Tegen Dekolonisatie: Hoe we afrikaanse soevereiniteit wél serieus kunnen nemen
Dit argument mag niet misverstaan worden als verdediging of rechtvaardiging van
eurocentrisme. Veel eerder gaat het errom kritischer te zijn over hoe we claimen het
ongedaan te kunnen maken. De literatuurwetenschapper Gayatri Spivak schreef ooit een
essay rond de vraag ‘kan de onderdrukte spreken’?
13
Link naar referentie: Can the subaltern speak?
Can the subaltern speak?
Haar punt was niet dat de
onderdrukten niet kunnen spreken, want natuurlijk kunnen en zullen ze spreken. Echter,
ze worden vaak alleen gehoord via de stemmen en vertalingen van meer machtige
tussenpersonen, die beweren hen te vertegenwoordigen. In ons huidige culturele discours
zijn zinnen als ‘ruimte maken’, ’een stem geven’ en ‘een platform bieden’ gemeengoed
geworden. Maar is het niet aanmatigend om te denken dat dit op zichzelf zal leiden tot de
creatie van dekoloniale kennis? De cruciale vraag is wie meer zichtbaarheid krijgt in het
proces: degene die een platform krijgt, degene die op de platform wordt
vertegenwoordigd , of degene die er een punt van maakt om een platform te bieden?
De coöptatie van dekolonisatie
Een derde, retorisch gebruik van het concept dekolonisatie is te vinden in het discours
van autoritaire regimes. Repressieve, hyper-nationalistische staten als Rusland, India of
Turkije claimen dat hun traditionele waarden verdedigd moeten worden tegen het
westerse modernisme. Wanneer er kritiek wordt geuit op de regering, wordt het Westen
(of de islam) gemakshalve als vijand geprojecteerd. Vervolgens wordt beweerd dat een
oud prekoloniaal verleden door de koloniale overheersing is vernietigd en in de glorieuze
toekomst moet worden hersteld. Feminisme en de rechten van religieuze en seksuele
minderheden zijn meestal de gemakkelijkste doelwitten van zulke regimes. Deze worden
neergezet als decadente koloniale en modern-westerse ideeën, die een gevaar vormen
voor traditionele leefwijzen. (Het heeft geen zin om uit te leggen dat wetten die
homoseksualiteit strafbaar stellen zelf een product zijn van de koloniale geschiedenis).
14
Link naar referentie: Terrorist Assemblages: Homonationalism in Queer Times
Terrorist Assemblages: Homonationalism in Queer Times
Een perverse omkering hiervan is wat Jasbir Puar ‘homonationalisme’ noemt: het verdedigen van de militaire bezetting van de Palestijnse gebieden of het aanval op Afghanistan in de naam van de bewaking van de rechten van homo’s en vrouwen.
Ideeën als universeel humanisme worden verworpen ten gunste van een Russisch of hindoeïstisch of Turks exceptionalisme. (Het heeft geen zin om erop te wijzen dat dit
exceptionalisme historisch gezien geïnspireerd is op het Europese fascisme, zoals in het
geval van het huidige hindoe-nationalisme in India). Ironisch genoeg wordt de
veroordeling van het Westen (of de islam) gebruikt als een rookgordijn om de aandacht af
te leiden van het eigen regionale imperialisme.
15
Link naar referentie: From decolonisation to authoritarianism: the co-option of the decolonial agenda in higher education by right-wing nationalist elites in Russia and India
From decolonisation to authoritarianism: the co-option of the decolonial agenda in higher education by right-wing nationalist elites in Russia and India
De culturele dimensies van dit zogenoemd dekoloniale ‘terug naar de oorsprong’-
discours variëren van het hernoemen van instellingen en straten tot het herschrijven van
schoolboeken, het nastreven van een politiek van patriottisme, culturele zuiverheid en
authenticiteit, en het demoniseren van vermeende verraders en gevaarlijke
buitenstaanders. Het is beangstigend te beseffen dat dit alles er nauwelijks toe lijkt te
doen in de internationale politieke wereldtop, of alleen besproken wordt in geopolitieke
termen.
16
Link naar referentie: The dismantling of democracy in India will affect the whole world
The dismantling of democracy in India will affect the whole world
Het meest verontrustend is het wanneer internationale culturele instellingen
en beoefenaars deze gecoöpteerde versies van dekolonisatie kritiekloos omarmen in hun
verlangen om hun eigen openheid voor culturele diversiteit te bewijzen. Zo wordt het
internationale imago van India zorgvuldig opgepoetst met positieve elementen als
Bollywooddans, chai en spiritualiteit. Een witte Nederlandse yogadocent reciteert Om en zingt Sanskrietverzen tijdens haar lessen in Amsterdam, in de vooronderstelling dat ze
een niet-westerse traditie erkent en respecteert. Zonder te weten hoe de geschiedenis en
de politiek van yoga als een lichaamspraktijk op dit moment wordt geframed als een
hindoeïstisch erfgoed, verbonden aan de hogere kasten, wordt dus de Nederlandse
yogadocent het perfecte vehikel voor de etno-nationalistische culturele diplomatie van
India in het buitenland!
Bovenstaande reflecties op recente debatten rond dekolonisatie zijn geenszins uitputtend
of allesomvattend. Het is niet mijn doel om het concept als zodanig af te wijzen, maar
juist om het gebruik ervan aan te scherpen, en om het bruikbaar te maken. Ik kijk dan ook
uit naar een broodnodig zelfreflectief debat over de dekolonisatie van het kunstenveld in
Nederland.